Verpakken door
de jaren heen

Industriële revolutie

Tijdens de Industriële Revolutie richten artsen en ingenieurs zich onder andere op de verbetering van leefomstandigheden van de verpauperde arbeiders. Huiselijke hygiëne en schone lucht komen op de sociale agenda. Eind negentiende eeuw worden fabrieken al naar de randen van de bebouwde kom verplaatst. De toenemende welvaart in de jaren 1950-1965 brengt een grote hoeveelheid afval met zich mee, met een toenemend deel verpakkingen, zonder dat men oog heeft voor de gevolgen.

De Club van Rome (1968) doet de belangstelling voor het milieu sterk groeien. In 1971 wordt Louis Stuyt de eerste Nederlandse minister met milieuhygiëne in de portefeuille: tot dan toe werd bodemgebruik enkel gezien als productiefactor, nu verschuift de aandacht ook naar het welzijn van het milieu. In 1972 brengt Stuyt de Urgentienota Milieuhygiëne uit, het startpunt van een hele reeks wettelijke maatregelen. Die belangstelling werd tot ver in de jaren ‘90 vaak gezien als een hobby van milieuactivisten, nu worden concepten zoals Cradle to Cradle en Circulariteit omarmd door wetenschap en bedrijfsleven.