Verpakken door
de jaren heen

Biobased kunststof- en biologisch afbreekbare verpakkingen

Sinds de jaren negentig zijn biobased kunststof verpakkingen en biologisch afbreekbare verpakkingen in opkomst.

Biobased kunststof verpakkingen

Het grootste deel van onze verpakkingen is altijd al biobased geweest; denk aan verpakkingen uit papier en hout. Tegenwoordig denken we bij biobased vooral aan kunststof. Biobased kunststoffen voor verpakkingen worden gebruikt om fossiele plastics te vervangen.

De term biobased plastics is een verzamelnaam voor verschillende groepen van kunststoffen, die geheel of gedeeltelijk uit biologische grondstoffen zijn vervaardigd. Andere termen waarmee ze worden aangeduid, zijn bioplastics en biopolymeren. Drie eigenschappen van biobased kunststoffen zijn relevant: de oorsprong, de chemische structuur en de afbreekbaarheid.

Op dit moment bestaat ongeveer 1 procent van het totale Nederlandse plasticgebruik uit biobased kunststoffen. Ook Europees gezien is het aandeel ongeveer 1 procent. In Nederland wordt jaarlijks 20 kton biobased plastics toegepast, ten opzichte van 2.000 kton totaal plasticgebruik (Rijksoverheid, 2018). De belangrijkste toepassing van biobased plastics zijn verpakkingen. In 2020 werd bijna de helft van de geproduceerde biobased plastics in verpakkingen toegepast. Het gaat daarbij vooral om bio-PE, bio-PET, PLA en zetmeelmengsels.

Zie verder:

Biologisch afbreekbare verpakkingen

De term biologisch afbreekbaar betekent dat materialen kunnen worden afgebroken tot water (H2O), kooldioxide (CO2), biomassa en minerale zouten. Ze kunnen onder bepaalde omstandigheden in de natuur afbreken (op het land of in het water), maar via de inzameling van het huishoudelijk- en deels ook bedrijfsafval komt het overgrote deel bij afvalverwerkers terecht, die het in speciale installaties tot compost verwerken.

De snelheid waarmee biologische materialen afbreekbaar zijn, hangt af van verschillende factoren, zoals de chemische structuur (in geval van plastics), het finale product (in dit geval de verpakking), de temperatuur, de verblijftijd in de composteerinstallatie, de microbiële activiteit en de vochtigheidsgraad. Ook de omgeving speelt een belangrijke rol: processen in de bodem verschillen van processen in het water of in een composteerinstallatie.

Zie verder: