De wetgeving op het gebied van verpakkingen en verpakkingsafval kwam op gang met de in 1994 gepubliceerde Europese richtlijn voor verpakkingen (94/62/EG, de zogenoemde verpakkingsrichtlijn) en de Kaderrichtlijn afvalstoffen (2008/98/EG).
In de Verpakkingsrichtlijn staan – onder meer – recyclingdoelstellingen. Voor verpakkingsafval geldt: gemiddeld 65 procent in 2025 en 70 procent in 2030, met variërende doelstellingen per verpakkingsstroom.
De Kaderrichtlijn afvalstoffen schrijft voor dat producenten de financiële en organisatorische verantwoordelijkheid nemen voor preventie, inzameling en hergebruik van gebruikte verpakkingsmaterialen (producentenverantwoordelijkheid). Zo moeten verpakkingen die op de markt worden gebracht voldoen aan de essentiële eisen. Die gaan over de samenstelling en de aard van de verpakkingen, om het volume en het gewicht ervan zo gering mogelijk te laten zijn en de verpakkingen geschikt te maken voor hergebruik en terugwinning.
Nederland
In Nederland werd in de periode 1991-2005 gewerkt met convenanten. Het eerste verpakkingsconvenant verscheen in 1991, het tweede in 1998 en het derde in 2003. Daarna werd met de regeling Besluit beheer verpakkingen en papier en karton (2006) de EU-verpakkingsrichtlijn wettelijk vastgelegd.
Raamovereenkomst verpakkingen
Om invulling te geven aan het Besluit beheer verpakkingen papier en karton, sloten het verpakkend bedrijfsleven, de rijksoverheid (het tegenwoordige ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in 2007 de eerste Raamovereenkomst. In 2013 wordt de tweede Raamovereenkomst afgesloten voor de periode 2013-2022. Om de daarin gemaakte afspraken een wettelijk kader te geven, vaardigde het ministerie in 2014 een nieuw Besluit beheer verpakkingen uit. In 2021 is het Besluit beheer verpakkingen 2014 herzien.
Bekijk hier de Tijdlijn wet- en regelgeving voor verpakkingen.