Verpakken door
de jaren heen

Statiegeld

Nadat op 1 juli 2021 een nieuw statiegeldsysteem voor plastic flessen officieel inging, geldt sinds 1 april 2023 ook statiegeld op blikjes. Dat wil zeggen: op alle metalen drankverpakkingen met een inhoud van 3 liter of minder. Op blikjes met het statiegeldlogo wordt – net als op kleine plastic flesjes – statiegeld geheven.

De maatregel moet voorkomen dat de blikjes als zwerfafval in de natuur belanden en de blikjes juist meer gerecycled worden. De doelstelling is 90 procent recycling. Een schone stroom ingezamelde blikjes maakt het een stuk makkelijker om er nieuwe blikjes van te maken. Dit sluit aan bij de toenemende behoefte om kringlopen te sluiten en grondstoffen, zoals aluminium, te hergebruiken.

Implementatie SUP-maatregelen

In 2023 treden nieuwe maatregelen in werking om het gebruik van plastic wegwerpbekers en -voedselverpakkingen te verminderen. Zo wordt voor de volgende eenmalige kunststof verpakkingen per 5 januari 2023 een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) ingevoerd:

  • Eenpersoons voedselverpakkingen, zoals on-the-fgo verpakkingen en saladeschaaltjes.
  • Zakjes en wikkels waar direct uit gegeten kan worden, zoals wikkels van snoeprepen.
  • Drankverpakkingen van maximaal 3 liter.
  • Drinkbekers.
  • Lichte kunststof draagtassen.

Door dit Besluit moet een onderneming die deze eenmalige kunststof verpakkingen op de markt brengt, ook de extra kosten dekken van het opruimen van zwerfafval. Bovendien moet de onderneming specifieke bewustmakingscampagnes opzetten over herbruikbare alternatieven voor de verpakkingen en de effecten van zwerfafval.

Per 1 juli 2023 gelden verder de volgende maatregelen:

  • Eenmalige bekers en verpakkingen mogen niet meer gratis worden verstrekt.
  • Verkopers zijn verplicht om hun klant een herbruikbaar alternatief aan te bieden.
  • Het is – onder bepaalde restricties – toegestaan dat klanten zelf een verpakking meenemen.

De maatregelen komen voort uit de Single Use Plastics-richtlijn (SUP). Het doel van deze maatregelen is om het gebruik van eenmalige kunststof bekers en voedselverpakkingen in 2026 met veertig procent te verminderen ten opzichte van 2022.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat publiceerde eind 2022 het zogenoemde Afwegingskader met beslisbomen, definities en voorbeelden voor voedselverpakkingen, zakjes en wikkels, drinkbekers en drankverpakkingen. Raadpleeg voor meer informatie de dossierpagina over de SUP-richtlijn en/of de Tijdlijn wet- en regelgeving voor verpakkingen van het KIDV.

Een nieuwe verpakkings­verordening

De Europese Commissie publiceerde op 30 november 2022 haar voorstel voor de Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR). Hierin worden nieuwe maatregelen aangekondigd om hergebruik en recycling van verpakkingen te stimuleren en een einde te maken aan verspilling van verpakkingen

De PPWR wordt de opvolger van de Europese verpakkingsrichtlijn (Packaging and Packaging Waste Directive, 1994) en alle updates daarvan. Dit was een richtlijn, die de lidstaten op hun eigen manier in nationale wetgeving hebben omgezet (in Nederland: het Besluit beheer verpakkingen). De PPWR is een verordening. Als die wordt aangenomen, is het een Europese wet die in alle EU-landen dan meteen van kracht is. Dit betekent een gelijk speelveld voor alle lidstaten.

De Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement onderhandelen de komende tijd over de aangekondigde maatregelen. Het voorstel bevat véél gedetailleerde aanwijzingen, die nog verder moeten worden uitgewerkt. Als de onderhandelingen (trilogen) voorspoedig verlopen, dan kan de PPWR naar verwachting in 2024 definitief van kracht worden.

In de PPWR is veel aandacht voor het gebruik van gerecycled content in nieuwe verpakkingen én voor herbruikbare/navulbare verpakkingen. Ook verschaft de Europese Commissie duidelijkheid aan de industrie en consumenten over biogebaseerde, composteerbare en biologisch afbreekbare kunststoffen; er wordt aangegeven voor welke toepassingen dergelijke kunststoffen echt milieuvriendelijk zijn en hoe zij moeten worden ontworpen, verwijderd en gerecycleerd.

Zie verder de Tijdlijn wet- en regelgeving voor verpakkingen van het KIDV.

Ketenovereenkomst Verpakkingen

Na een tussentijdse evaluatie van de Raamovereenkomst in 2017, maakten de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Afvalfonds Verpakkingen nieuwe afspraken om het systeem voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk kunststof verpakkingsafval te vereenvoudigen, verduidelijken én verbeteren. Doel hiervan is om hogere recyclingpercentages te behalen én om de kwaliteit van recycling op een hoger niveau te brengen. Deze afspraken zijn vastgelegd in de zogenoemde Ketenovereenkomst Verpakkingen 2020-2029. Deze overeenkomst kan tevens worden beschouwd als opvolger van de tweede Raamovereenkomst Verpakkingen, die tot eind 2022 liep.

Platform Ketenoptimalisatie

Eén van de gemaakte afspraken is dat de VNG en het Afvalfonds samen het Platform Ketenoptimalisatie vormen (PKO). Het PKO monitort en evalueert de afspraken van de Ketenovereenkomst, past periodiek de bijlagen van de overeenkomst aan en stelt het Uitvoerings- en monitoringprotocol vast. Besluiten van het PKO zijn bindend voor het Afvalfonds, de VNG en individuele gemeenten. PKO-besluiten en andere relevante informatie voor gemeenten worden gepubliceerd op de website van het PKO.

Plastic Pact NL en Europees Plastics Pact

Op 21 februari 2019 ondertekenden meer dan zeventig partijen vrijwillig het Plastic Pact NL. Hierin spraken bedrijven, milieu- en maatschappelijke organisaties met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat af om de kunststofketen te vereenvoudigen en te sluiten.

De doelen van het Plastic Pact NL zijn in het kort gezegd: minder gebruik van plastic, meer gebruik van recyclaat en 100 procent recyclebaarheid in 2025. Dit moet resulteren in 20 procent minder volume plastic (in kg) ten opzichte van het totale volume op de markt gebrachte producten (ten opzichte van het gebruik in 2017).

Zie ook de website van het Plastic Pact.

Tot de ondertekenaars behoren onder meer levensmiddelenbedrijven, supermarkten, festivals, cateraars, producenten, verpakkers en ook afvalbedrijven, die vooral voor voldoende sorteer- en (hoogwaardige) recyclingcapaciteit moeten zorgen.

Europees Plastics Pact

Op 6 maart 2020 zetten meer dan negentig bedrijven, organisaties en overheden hun handtekening onder het Europees Plastics Pact. Een van de doelstellingen is dat over vijf jaar al het plastic, dat we dagelijks gebruiken, recyclebaar, herbruikbaar of composteerbaar is.

Aanpak van wegwerpplastics

Om de negatieve effecten van wegwerpplastics op het milieu terug te dringen, werd op 3 juli 2021 de SUP-richtlijn van kracht. Raadpleeg voor meer informatie de dossierpagina over de SUP-richtlijn en/of de Tijdlijn wet- en regelgeving voor verpakkingen van het KIDV.

De SUP-maatregelen hebben onder meer betrekking op kunststof wegwerpplastics, waaronder ook verschillende verpakkingen. Soms worden producten verboden, andere maatregelen zijn gericht op vermindering van verbruik, betere recycling, uitbreiding van de producentenverantwoordelijkheid, productontwerp en bewustmaking. De maatregelen worden tussen 2022 en 2026 gefaseerd ingevoerd.

Na publicatie van de richtlijn kwamen bedrijven al snel in beweging. Veel kunststof verpakkingen werden vervangen door op vezels gebaseerde verpakkingen en er kwam veel aandacht voor de ontwikkeling van herbruikbare verpakkingsconcepten. In de eerste jaren bleef veel onduidelijkheid bestaan over welke verpakkingen wel of juist niet onder de SUP-richtlijn vallen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat publiceerde hierover eind 2022 het zogenoemde Afwegingskader met beslisbomen, definities en voorbeelden voor voedselverpakkingen, zakjes en wikkels, drinkbekers en drankverpakkingen.

Wetgeving in Nederland

De Europese richtlijn met wetgeving op het gebied van verpakkingen en verpakkingsafval (Richtlijn 94/62/EG, 1994) wordt in Nederland wettelijk vastgelegd met de regeling Besluit beheer verpakkingen en papier en karton. Om invulling te geven aan het Besluit wordt in 2007 door het verpakkend bedrijfsleven, het toenmalige ministerie van Verkeer en Waterstaat en de VNG de eerste Raamovereenkomst Verpakkingen gesloten. In 2013 wordt de tweede Raamovereenkomst afgesloten voor de periode 2013-2022. Om de afspraken uit de tweede Raamovereenkomst een wettelijk kader te geven, vaardigde het ministerie in 2015 een nieuw Besluit beheer Verpakkingen uit.

Naast deze regelgeving worden ook programma’s (VANG) en convenanten (zoals het Papiervezelconvenant VNG-PRN) opgesteld. Die beogen eveneens producten – en dus ook verpakkingen – een plaats te geven in de circulaire economie. Een overzicht van relevante wet- en regelgeving, programma’s en andere afspraken staat in de tijdlijn Wet- en regelgeving voor verpakkingen, die het KIDV heeft opgesteld.

Wetgeving verpakkingen

De wetgeving op het gebied van verpakkingen en verpakkingsafval kwam op gang met de in 1994 gepubliceerde Europese richtlijn voor verpakkingen (94/62/EG, de zogenoemde verpakkingsrichtlijn) en de Kaderrichtlijn afvalstoffen (2008/98/EG).

In de Verpakkingsrichtlijn staan – onder meer – recyclingdoelstellingen. Voor verpakkingsafval geldt: gemiddeld 65 procent in 2025 en 70 procent in 2030, met variërende doelstellingen per verpakkingsstroom.

De Kaderrichtlijn afvalstoffen schrijft voor dat producenten de financiële en organisatorische verantwoordelijkheid nemen voor preventie, inzameling en hergebruik van gebruikte verpakkingsmaterialen (producentenverantwoordelijkheid). Zo moeten verpakkingen die op de markt worden gebracht voldoen aan de essentiële eisen. Die gaan over de samenstelling en de aard van de verpakkingen, om het volume en het gewicht ervan zo gering mogelijk te laten zijn en de verpakkingen geschikt te maken voor hergebruik en terugwinning.

Nederland

In Nederland werd in de periode 1991-2005 gewerkt met convenanten. Het eerste verpakkingsconvenant verscheen in 1991, het tweede in 1998 en het derde in 2003. Daarna werd met de regeling Besluit beheer verpakkingen en papier en karton (2006) de EU-verpakkingsrichtlijn wettelijk vastgelegd.

Raamovereenkomst verpakkingen

Om invulling te geven aan het Besluit beheer verpakkingen papier en karton, sloten het verpakkend bedrijfsleven, de rijksoverheid (het tegenwoordige ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in 2007 de eerste Raamovereenkomst. In 2013 wordt de tweede Raamovereenkomst afgesloten voor de periode 2013-2022. Om de daarin gemaakte afspraken een wettelijk kader te geven, vaardigde het ministerie in 2014 een nieuw Besluit beheer verpakkingen uit. In 2021 is het Besluit beheer verpakkingen 2014 herzien.

Bekijk hier de Tijdlijn wet- en regelgeving voor verpakkingen.