Verpakken door
de jaren heen

Inzameling glas: de glasbak

Vóór 1972 bestaat het ingezamelde glas uit de productie-uitval van de verpakkingsindustrie (bier, frisdrank, conserven). In 1972 zet een succesvol burgerinitiatief in Zeist de inzameling van verpakkingsglas uit huishoudens in gang. Het initiatief verspreidt zich al snel over het hele land.

Ook glasverwerker Maltha uit Rotterdam ziet perspectieven. De firma organiseert de inzameling landelijk, samen met de gemeenten. In 1978 plaatst Maltha in ’s Hertogenbosch de eerste glasbak van het bovengrondse model dat we inmiddels zo goed kennen. Het is een brengsysteem – slechts in enkele gemeenten wordt een haalsysteem georganiseerd.

In 2015 staan in Nederland meer dan 25.000 glasbakken en komt 83 procent van het verpakkingsglas retour. Het succes van de glasinzameling in Nederland vloeit ten dele voort uit milieuoverwegingen: in 1970 spelen ook zuinigheid en de herinnering aan de magere oorlogstijd een sterke rol bij de initiatiefnemers. Ondanks het succes van de inzameling en recycling van het verpakkingsglas, dekken de opbrengsten de kosten van inzameling, transport, sortering en recycling níet.

Melk in glas

Tot het begin van onze jaartelling waren glazen voorwerpen niet meer dan door magie omgeven kunst. Daarna maakte de uitvinding van het glasblazen het mogelijk glas als verpakking te gebruiken. Door de kostbaarheid en breekbaarheid ervan bleef glas echter tot 1900 vooral een bewaarmiddel.

Industriële productie vergrootte in de twintigste eeuw de mogelijkheden: glazen verpakkingen waren in grote hoeveelheden te produceren, maar ook buitengewoon geschikt voor het pasteurisatieproces, waarvan vooral de melkproductie profiteerde. Technische optimalisatie zorgde na de Tweede Wereldoorlog voor ‘wegwerpglas’. De toenemende welvaart zorgde voor een exponentiële groei van deze vorm van verpakken.

Geblazen flessen

Tot het begin van onze jaartelling waren glazen voorwerpen niet meer dan door magie omgeven kunst. Daarna maakte de uitvinding van het glasblazen het mogelijk om glas als verpakking te gebruiken. Door de kostbaarheid en breekbaarheid ervan bleef glas echter tot 1900 vooral een bewaarmiddel, al groeide het gebruik ervan sterk door de opkomst van de wijnindustrie na 1600.

Industriële productie vergrootte in de twintigste eeuw de mogelijkheden: glazen verpakkingen waren in grote hoeveelheden te produceren. Ze waren ook buitengewoon geschikt voor het pasteurisatieproces, waarvan vooral de melkproductie profiteerde. Technische optimalisatie zorgde na de Tweede Wereldoorlog voor ‘wegwerpglas’, voornamelijk voor wijn en frisdranken. Door de toenemende welvaart groeide deze vorm van verpakken exponentieel.

In 1972 namen burgers in Zeist het initiatief om glas te recyclen; kort daarop volgden Rotterdamse vrouwen dit voorbeeld. Dit leidde uiteindelijk in 1978 tot een landelijke dekkende infrastructuur van glasbakken, opgezet door de overheid en de glasverwerkende industrie.

Zie ook: KIDV Recyclecheck Glazen verpakkingen